2. Bespreek sekse, gender en seksuele oriëntatie

Sekse, gender en seksuele oriëntatie kunnen impact hebben op welzijn en gezondheid, daarom is het voor jou als zorgverlener goed om te weten wat de seksuele oriëntatie en relatiestatus is van een cliënt en of er issues rond gender of sekse spelen:

2. Bespreek sekse, gender en seksuele oriëntatie

Ken de seksuele oriëntatie en relatiestatus

Veel cliënten vinden het moeilijk om te zeggen dat ze homo, lesbisch of bi+ zijn. Door zelf te vragen naar seksualiteit, seksuele oriëntatie en relatiestatus maak je het makkelijker voor cliënten om over deze onderwerpen te praten en krijg je als zorgverlener zicht op de context waarbinnen de zorgvraag valt.

Doe dit op een gepaste manier:

  • Kies een gepast moment, zoals:
    • Intakes en kennismakingsgesprekken;
    • Individuele consulten rond gezondheidsissues waar seksualiteit of seksuele oriëntatie van belang kunnen zijn;
    • Informele momenten waar je het het terloops ter sprake kan brengen. Een vraag als ‘Ben je momenteel eigenlijk verliefd?’ of ‘zit je eigenlijk lekker in je vel’ kan het gesprek al openen.
  • Leg uit waarom je over seksualiteit of seksuele oriëntatie begint en vraag toestemming om enkele vragen te stellen. 
    • Benoem het belang: ‘Seksualiteit is een belangrijk onderdeel van gezondheid, mag ik hier wat vragen over stellen?’;
    • Verwijs naar beleid: ‘In onze praktijk vinden we aandacht voor seksuele diversiteit belangrijk. Zou ik hier wat vragen over mogen stellen?’;
    • Verwijs naar onderzoek: ‘Problemen rond seksualiteit kunnen een belangrijke rol spelen bij depressie. Zou dit bij jou een rol kunnen spelen?’;
    • Benoem het taboe: `Veel mensen vinden seksualiteit geen gemakkelijk onderwerp om over te praten. Toch kan het een belangrijk onderdeel van je leven zijn. Mogelijk speelt het ook een rol bij wat je net vertelde. Mag ik hierover een paar vragen stellen?’.

Als de cliënten er niet over wil praten, bijvoorbeeld omdat ze het (nog) te eng vinden, respecteer dat. Laat dan weten dat er altijd ruimte is om hier later op terug te komen.

Praktijkvoorbeeld

“Een zorgcollega bleef mijn cliënt, een
transvrouw, aanspreken met hij/hem.”

Bespreek gender en sekse

In een intake formulier of een overdrachtsdocument kan al informatie staan over iemands sekse of gender, bijvoorbeeld of iemand transgender is of transgender gevoelens heeft. Dan is het goed om dit in een intake even kort te bespreken. Al is het maar om te laten weten dat jij open staat voor sekse- en genderdiversiteit en dat dit onderwerpen zijn die veilig met jou besproken kunnen worden.

Maar soms is het minder duidelijk of zelfs helemaal niet duidelijk dat er issues zijn rond sekse of gender die een rol spelen in de gezondheid en het welzijn van je cliënt. De kans is ook hier groot dat je cliënt er niet zelf over begint. Daarom is het zaak om af en toe lijntjes uit te gooien waar je cliënten op kunnen aanhaken. Voorbeelden van zulke lijntjes zijn:

  • Algemene vragen naar welzijn: “Zit je lekker in je vel?” of “Zit je lekker in je lijf?” of “Heb jij het gevoel dat je helemaal jezelf kan zijn?”;
  • Verwijzen naar kennis: “Wat je vertelt kan wijzen op minderheidsstress, dat is een vorm van stress die je ervaart als je het gevoel hebt niet helemaal geaccepteerd te worden door je omgeving. Herken je daar iets van?”;
  • Verwijzen naar (fictieve) andere cliënt: “Er was hier laatst een vrouw die ook geen kinderen kon krijgen door een aandoening die ze had. Ze had veel last van het stigma wat hangt rond vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen. Heb jij daar last van?”
Praktijkvoorbeeld

“Doordat ik mijn persoonlijke verhaal deelde, voelde hij zich veilig”

Interventies

Praktijkvoorbeeld

“Door seksualiteit bespreekbaar te maken, zag je dat zijn mentale problemen afnamen.”

Verhalen uit de praktijk

Wij zorgen ervoor dat sekse, gender en seksuele oriëntatie onderwerpen van gesprek zijn en blijven.

Klarina Lingmont, projectleider Spirit & Bascule Verschilt, vertelt hoe belangrijk het kan zijn voor jongeren om openlijk te kunnen praten over seksualiteit en andere gevoelige onderwerpen.

30–50 % van de vrouwen met ADHD krijgt deze diagnose niet of heel laat in hun leven

Nina deed veel tegelijk, maar maakte bijna niets af. Na jaren ploeteren vond ze eindelijk een verklaring voor de hobbels in haar leven.

“Een zorgcollega bleef mijn cliënt, een transvrouw, aanspreken met hij/hem”

“Bij Veilige Haven is divers en inclusief taalgebruik vanaf het eerste contact met een cliënt een topprioriteit. We vragen altijd hoe iemand aangesproken wil worden, welke voornaamwoorden we kunnen gebruiken en bespreken seksuele oriëntatie. Laatst werd het mij in een intakegesprek nogmaals duidelijk hoe belangrijk het is om mensen op de gewenste manier aan te spreken.

Een transvrouw kwam vanuit de reguliere zorg bij ons terecht. Tijdens de intake hadden mijn cliënt en ik een telefoongesprek met een zorgcollega van een andere instantie. Ik was mij er bewust van dat er in het gesprek wellicht verwarring kon ontstaan over de voornaamwoorden van mijn cliënt. Daarom heb ik deze zorgcollega op voorhand laten weten dat het om een transvrouw gaat en zij met zij/haar aangesproken wil worden. Helaas werd mijn cliënt tijdens het gesprek consequent aangesproken met hij/hem ondanks meerdere verbeteringen vanuit mijn kant. Na afloop van het gesprek heb ik mijn excuses aan de cliënt aangeboden, die het vervolgens eigenlijk weg lachte en zei: ‘dit gebeurt eigenlijk altijd, mensen snappen het gewoon niet.’” 

- Rabab

“Doordat ik mijn persoonlijke verhaal deelde, voelde hij zich veilig”

“Een jongen met een Marokkaans Nederlandse achtergrond kwam bij het Buurtteam terecht omdat hij bedreigd werd door zijn familie vanwege zijn geaardheid. In eerste instantie werd hij gekoppeld aan een collega, maar bleef in gesprek met haar erg gesloten. Uiteindelijk heeft ze gevraagd of ik eens met hem wilde praten. Ik ben een donkere man die op mannen valt en ik heb iets soortgelijks meegemaakt. Onze ervaringen zullen nooit één op één hetzelfde zijn maar ik weet hoe het voelt om afgewezen te worden door je eigen familie.

Na een kennismakingsgesprek, waarin ik voorzichtig aangaf vergelijkbare bagage te hebben, stond hij open voor een vervolggesprek. Tijdens dit gesprek vroeg hij uit zichzelf naar mijn ervaringen en heb ik mijn verhaal gedeeld. Hierdoor voelde hij zich veilig genoeg om ook zijn verhaal te delen. Vervolgens heb ik actie kunnen ondernemen om zijn leven aangenamer te maken. Ik kan niets aan het verleden veranderen, maar ik kan er wel voor zorgen dat hij de hulp krijgt die hij nodig heeft. Hierdoor durft hij weer zijn huis uit, heeft hij een baan en krijgt hij steeds meer zijn leven terug

- Nathan

“Door seksualiteit bespreekbaar te maken, zag je dat zijn mentale problemen afnamen.”

“Uit ons onderzoek is gebleken dat jongeren willen dat hun behandelaar of hulpverlener het voortouw neemt wat betreft thema’s als gender en seksualiteit. We weten uit eerder onderzoek dat 99.5% van de behandelaren het ook erg belangrijke thema’s vindt, maar slechts 20% deze regelmatig bespreekt. Er zit een groot gat tussen wat behandelaren belangrijk vinden en als hun taak beschouwen hoe vaak ze het in de praktijk toepassen. Voor jongeren zijn gender en seksualiteit belangrijke onderdelen van hun dagelijks leven en zij willen dat een hulpverlener het voortouw neemt in het gesprek daarover. Daarbij zeiden jongeren ook dat een hulpverlener nooit moet dwingen een gesprek hierover te hebben, maar wel de deur open te zetten om het te bespreken. 

Zo kwam er een meisje bij mij op gesprek die al enige tijd bij ons in de kliniek zat en forse depressieve klachten ervaarde. Zij kon hierdoor niet meer naar school en had allerlei bijkomende problemen. Deze jongere ontving al een aantal jaar zorg binnen de jeugd-GGZ en ik zag haar eigenlijk voor iets heel anders. Toen ik ook seksualiteit als onderwerp aankaartte, bleek dat zij heel erg worstelde met haar seksuele oriëntatie. Door dit bespreekbaar te maken en onderdeel van de behandeling zag je dat haar mentale problemen afnamen.”

- Sara (Kinderpsychiater)

Feedback toolkit



    HuisartsDoktersassistentpraktijkondersteuner somatiek en GGZEerstelijns PsycholoogJeugdprofessionalAnders




    "Wees je bewust van je eigen normen en waarden rond gender, sekse en seksuele oriëntatie en sta open voor andere perspectieven."

    Wees je bewust van je eigen normen en waarden rond gender, sekse en seksuele oriëntatie. Zeker als je veel bezig bent met het onderwerp kleurt dit het eigen referentiekader sterk. Hierin is het van groot belang om open blijven staan voor andere perspectieven en studenten de ruimte te geven deze perspectieven te delen, de stof tot zich te nemen en eigen te maken. 

    - Koosje

    "Een veilige sfeer in de klas is essentieel bij het bespreken van relaties en seksualiteit met studenten. Om deze reden start ik de les altijd met de PICKASOLL."

    Een veilige sfeer in de klas is essentieel bij het bespreken van relaties en seksualiteit met studenten. Om deze reden start ik de les altijd met de PICKASOLL, een methodiek om een veilige sfeer te creëren. Vaak liggen veiligheidsafspraken voor de hand maar het is fijn voor zowel docenten als studenten om hier samen bij stil te staan. Daarnaast biedt het docenten de mogelijkheid om hierop terug te vallen mochten er onveilige situaties ontstaan tijdens de les. 

    - Koosje

    "Ga er niet vanuit dat studenten weten wat diversiteit in

    sekse, gender en seksuele oriëntatie is, laat ze bijvoorbeeld eerste de e-learning Diversiteit = Realiteit doen."

    Schep altijd eerst een theoretisch kader voordat je gesprekken aangaat over seksualiteit en relaties. We kunnen er niet vanuit gaan dat studenten weten waar diversiteit in sekse, gender en seksuele oriëntatie over gaat. Een manier om dit te doen is door de e-learning diversiteit = realiteit mee te geven als huiswerk of hiermee te starten in de les.  Een tip zou zijn om je als docent ook goed in te lezen door voorafgaand aan de les de onlinecursus te doen, zodat je goed voorbereid bent op vragen. We hoeven niet alles te weten maar een theoretische basis en een goede voorbereiding is essentieel om het gesprek in goede banen te leiden.  

    - Koosje

    Esther Schlatmann (docent toegepaste psychologie, HvA)

    "Om te zorgen dat de tentoonstelling écht binnenkomt, moet je studenten een concreet kader meegeven en het persoonlijk maken."

    Wat ik merk in onderwijs met jongeren, is dat een les niet te “hoog over” moet zijn. Liever concreet dan abstract, liever dichtbij dan ver weg, liever persoonlijk dan algemeen. Om te zorgen dat de tentoonstelling écht binnenkomt, helpt het dus deze goed in te kaderen. Denk aan:

    • Een zachte landing: Introduceer het thema vooraf, werk vanuit de context van de student en benoem de relevantie. Het help om zelf al te bedenken: wat wil ik dat studenten als take-home message meenemen na vandaag?
    • Zet ze eerst zelf aan het denken: prikkelende stellingen, lastige vragen of verschillende perspectieven helpen om te beseffen dat er voor zoveel situaties (nog) geen ultieme oplossing is.
    • Geef studenten een concrete opdracht mee naar de tentoonstelling. Bijvoorbeeld: lees 1 portret waarin je jezelf herkent, 1 portret dat heel ver van je af staat en 1 portret dat je intrigeert.
    • Stel ook achteraf gerichte vragen in de nabespreking. Bijvoorbeeld: Heb je jezelf op aannames of vooroordelen betrapt? Wat ga jij voortaan anders doen?

    Werken vanuit het perspectief van de studenten, blijven relateren aan hun belevingswereld en hun input écht serieus nemen: dat is het recept voor een waardevol nagesprek.   

    - Esther

    “Introduceer omgaan met diversiteit in sekse, gender en

    seksuele oriëntatie als onderdeel van professioneel handelen, dan snappen studenten het kader waarin het besproken wordt.

    Tijdens lessen over relaties en seksualiteit is het van groot belang dat studenten meekrijgen dat er een verschil is tussen persoonlijke opvattingen, mening en overtuigingen en professionele opvattingen, meningen en overtuigingen. Onthoud wel dat studenten vier jaar studeren en de tijd moeten krijgen om deze professionele houding te ontwikkelen. 

    - Koosje