Toolkit voor zorg- en hulpverleners

1. Maak diversiteit zichtbaar

Voor sommige mensen is de drempel hoog om hulp te vragen of om open te zijn over hun sekse, gender of seksuele oriëntatie:

  • Transgender en intersekse mensen hebben vaak negatieve ervaringen met zorgverleners gehad, waardoor ze nu minder snel met hun vraag naar een zorgverlener stappen.
  • Van 55-plussers is 25% van de homo- en biseksuele mannen en 58% van de lesbische en biseksuele vrouwen nooit open tegen een hulp- of zorgprofessional.
  • Mannen zoeken minder snel hulp bij psychische problemen dan vrouwen.

Door actief te laten zien dat je diversiteit in sekse, gender en seksuele oriëntatie vanzelfsprekend vindt, kun je drempels om hulp te vragen verlagen. Je maakt dat dit onderwerpen zijn waarover openlijk gesproken kan worden.

Zichtbaar maken dat jij diversiteit vanzelfsprekend vindt kan:

1. Maak diversiteit zichtbaar

Op je website

Diversiteit laten zien op de website waar (toekomstige) zorgvragers het zorgaanbod kunnen vinden:

  • Laat ruimte in de tekst voor mensen die zich niet als man of vrouw identificeren, maar als iemand daartussen of buiten; (bijvoorbeeld: het woord ‘jongeren’ gebruiken in plaats van ‘jongens en meiden’);
  • Vermijd stereotiepe beelden over vrouwen en mannen (bijvoorbeeld: ‘moeder’ vervangen door ‘ouder’, als de gender van de ouder er niet toe doet);
  • Maak seksuele diversiteit de norm in teksten en beelden (dus er niet impliciet vanuit gaan dat mensen hetero zijn);
  • Benoem diversiteit als belangrijk thema. Bijvoorbeeld: ‘In onze praktijk/ organisatie vinden we het belangrijk dat iedereen zichzelf kan zijn, hebben we oog voor diversiteit en zetten we de cliënt centraal;
  • Een klein regenboogvlaggetje op je website kan al veel betekenen voor LHBTI+ cliënten.

In formulieren

Rekening houden met diversiteit in sekse en gender op (intake) formulieren:

  • Vraag alleen naar genderidentiteit en geboortegeslacht wanneer dit relevant is om goede en gepaste zorg te kunnen leveren.
    • Vraag naar genderidentiteit als je wil weten hoe iemand zich identificeert. Geef meer opties dan man en vrouw. Bijvoorbeeld: Ik ben een: man / vrouw / anders, nl…
    • Vraag naar geboortegeslacht als je wil weten met welke geslachtskenmerken iemand is geboren. Intersekse mensen krijgen soms geboortegeslacht x. Dus goed om deze als optie mee te nemen. Bijvoorbeeld: Mijn geboortegeslacht is: man / vrouw / x
Praktijkvoorbeeld

“Het aanpassen van geslacht in ons systeem bleek een kleine handeling”

  • Vraag naar de juiste aanspreekvorm: Vraag niet naar relatiestatus om de aanspreekvorm te bepalen, maar vraag naar hoe iemand aangesproken wil worden.
    • Aanhef voor communicatie: mevrouw, meneer of voornaam/achternaam
    • Persoonlijke voornaamwoorden: hij/zijn of zij/haar of hen/hun of anders

Op locatie

Je kunt goed laten zien dat diversiteit de norm is door informatie in de wacht- of spreekkamer of op een digibord te richten op mensen met allerlei variaties in sekse, gender en seksuele oriëntatie.

Bied bijvoorbeeld diverse informatie over:

  • seksualiteit en relaties, zowel voor heteroseksuele, homoseksuele, lesbische als bi+ personen;
  • hormoongerelateerde aandoeningen die vaak lang over het hoofd worden gezien, zoals endometriose;
  • mannen met depressie en vrouwen met ADHD, ofwel over diagnoses die vaak gemist worden door onbewuste vooroordelen;
  • baby’s en peuters waar ook mannen expliciet worden aangesproken als verzorger, ofwel wegblijven van stereotype beeldvorming.
  • en informatie die diversiteit in sekse normaliseert (zodat ook intersekse mensen weten dat zij niet als afwijkend worden gezien).

Andere manieren om diversiteit zichtbaar te maken op locatie:

  • meedoen met landelijke campagnes over bijvoorbeeld man-vrouw verschillen in gezondheid of lnbti+ personen en gezondheid;
  • net als op de website kan je met regenboogvlaggetje laten zien dat jij rekening houdt met diversiteit.

Interventies

Verhalen uit de praktijk

PODCAST: "De drempel om bij een psycholoog aan te kloppen is hoog."

Noor heeft maandenlang hevige paniekaanvallen, die haar huisarts wegwuift. Als ze eindelijk de juiste hulp krijgt, wordt de oorzaak daarvan pas duidelijk.

“Het mag niet zo zijn dat roze ouderen weer de kast inkruipen”

Kees van den Berg, ambassadeur van Roze 50+, draagt bij aan aandacht voor roze ouderen in zorg- en welzijnsinstellingen middels het initiatief de Roze Loper.

“Het aanpassen van geslacht in ons systeem bleek een kleine handeling”

Huisartsen krijgen de informatie over hun patiënten vanuit de zorgverzekeraars aangeleverd. Al onze 3600 patiënten zijn op naam ingeschreven en in het systeem staat ook aangegeven of zij man of vrouw zijn. Daar zit gelijk een groot probleem. In onze praktijk staat een transvrouw ingeschreven en bij haar zorgverzekering staat zij nog steeds geregistreerd als man. Dit zorgt voor verwarring maar daarnaast ook voor pijnlijke momenten. Als huisarts zit je de hele dag in een rollercoaster vanwege de hoge tijdsdruk. Wanneer ik op dat soort drukke momenten alleen uitga van de informatie op mijn computerscherm, gebeurt het wel eens dat ik deze mevrouw in de wachtkamer toch oproep als ‘meneer’. Vreselijk vind ik dat. Op een gegeven moment heb ik bij mijn collega aangegeven dat we het geslacht van deze transvrouw moeten aanpassen in het systeem, ongeacht wat de zorgverzekering vindt of doet. Dit bleek een kleine handeling te zijn met een grote impact.

- Arienne

Feedback toolkit



    HuisartsDoktersassistentpraktijkondersteuner somatiek en GGZEerstelijns PsycholoogJeugdprofessionalAnders




    "Wees je bewust van je eigen normen en waarden rond gender, sekse en seksuele oriëntatie en sta open voor andere perspectieven."

    Wees je bewust van je eigen normen en waarden rond gender, sekse en seksuele oriëntatie. Zeker als je veel bezig bent met het onderwerp kleurt dit het eigen referentiekader sterk. Hierin is het van groot belang om open blijven staan voor andere perspectieven en studenten de ruimte te geven deze perspectieven te delen, de stof tot zich te nemen en eigen te maken. 

    - Koosje Janssen, Docent Social Work HvA

    "Een veilige sfeer in de klas is essentieel bij het bespreken van relaties en seksualiteit met studenten. Om deze reden start ik de les altijd met de PICKASOLL."

    Een veilige sfeer in de klas is essentieel bij het bespreken van relaties en seksualiteit met studenten. Om deze reden start ik de les altijd met de PICKASOLL, een methodiek om een veilige sfeer te creëren. Vaak liggen veiligheidsafspraken voor de hand maar het is fijn voor zowel docenten als studenten om hier samen bij stil te staan. Daarnaast biedt het docenten de mogelijkheid om hierop terug te vallen mochten er onveilige situaties ontstaan tijdens de les. 

    - Koosje Janssen, Docent Social Work HvA

    "Ga er niet vanuit dat studenten weten wat diversiteit in

    sekse, gender en seksuele oriëntatie is, laat ze bijvoorbeeld eerste de e-learning Diversiteit = Realiteit doen."

    Schep altijd eerst een theoretisch kader voordat je gesprekken aangaat over seksualiteit en relaties. We kunnen er niet vanuit gaan dat studenten weten waar diversiteit in sekse, gender en seksuele oriëntatie over gaat. Een manier om dit te doen is door de e-learning diversiteit = realiteit mee te geven als huiswerk of hiermee te starten in de les.  Een tip zou zijn om je als docent ook goed in te lezen door voorafgaand aan de les de onlinecursus te doen, zodat je goed voorbereid bent op vragen. We hoeven niet alles te weten maar een theoretische basis en een goede voorbereiding is essentieel om het gesprek in goede banen te leiden.  

    - Koosje Janssen, Docent Social Work HvA

    Esther Schlatmann (docent toegepaste psychologie, HvA)

    "Om te zorgen dat de tentoonstelling écht binnenkomt, moet je studenten een concreet kader meegeven en het persoonlijk maken."

    Wat ik merk in onderwijs met jongeren, is dat een les niet te “hoog over” moet zijn. Liever concreet dan abstract, liever dichtbij dan ver weg, liever persoonlijk dan algemeen. Om te zorgen dat de tentoonstelling écht binnenkomt, helpt het dus deze goed in te kaderen. Denk aan:

    • Een zachte landing: Introduceer het thema vooraf, werk vanuit de context van de student en benoem de relevantie. Het help om zelf al te bedenken: wat wil ik dat studenten als take-home message meenemen na vandaag?
    • Zet ze eerst zelf aan het denken: prikkelende stellingen, lastige vragen of verschillende perspectieven helpen om te beseffen dat er voor zoveel situaties (nog) geen ultieme oplossing is.
    • Geef studenten een concrete opdracht mee naar de tentoonstelling. Bijvoorbeeld: lees 1 portret waarin je jezelf herkent, 1 portret dat heel ver van je af staat en 1 portret dat je intrigeert.
    • Stel ook achteraf gerichte vragen in de nabespreking. Bijvoorbeeld: Heb je jezelf op aannames of vooroordelen betrapt? Wat ga jij voortaan anders doen?

    Werken vanuit het perspectief van de studenten, blijven relateren aan hun belevingswereld en hun input écht serieus nemen: dat is het recept voor een waardevol nagesprek.   

    - Esther Schlatmann, Docent Toegepaste Psychologie HvA

    “Introduceer omgaan met diversiteit in sekse, gender en

    seksuele oriëntatie als onderdeel van professioneel handelen, dan snappen studenten het kader waarin het besproken wordt.

    Tijdens lessen over relaties en seksualiteit is het van groot belang dat studenten meekrijgen dat er een verschil is tussen persoonlijke opvattingen, mening en overtuigingen en professionele opvattingen, meningen en overtuigingen. Onthoud wel dat studenten vier jaar studeren en de tijd moeten krijgen om deze professionele houding te ontwikkelen. 

    - Koosje