Sekse

Wat is sekse?1

Sekse gaat over wat je hebt. Sekse gaat over verschillen in geslachtskenmerken. Geslachtskenmerken zijn lichamelijke kenmerken waarmee je wordt geboren of die je later ontwikkelt. Sommige lichamelijke kenmerken zijn zichtbaar, andere niet. Voorbeelden zijn genitaliën, lichaamsvormen, hormonen en chromosomen. Sommige van deze geslachtskenmerken noemen we vrouwelijk en andere mannelijk. De algemene norm gaat uit van twee soorten sekse: vrouw en man. In werkelijkheid bestaat er ontzettend veel variatie in genitaliën, lichaamsvormen, hormonen en chromosomen. Iedereen heeft een eigen unieke set geslachtskenmerken. De variatie in sekse is dan ook veel groter dan de hokjes vrouw en man doen vermoeden

Wat is seksediversiteit?1

Seksediversiteit geeft aan dat sekse een spectrum is met oneindig veel variaties. Sekse omvat vele vormen van vrouw, vele vormen van man en vele vormen die niet passen in de bestaande ideeën over vrouw of man. En al deze variaties mogen er zijn. Daarom spreken we van seksediversiteit.

Intersekse1

Intersekse verwijst naar de ervaringen van personen die geboren zijn met een lichaam dat niet past in bestaande ideeën over vrouw of man. Intersekse kan betekenen dat een lichaam zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtskenmerken heeft, maar het kan ook zijn dat geslachtskenmerken niet volgens verwachting ontwikkelen of dat verwachte geslachtskenmerken niet of juist extra aanwezig zijn.

Disclaimer gebruik ‘mannen’ en ‘vrouwen’: Op deze kennispagina wordt vaak gesproken over ‘mannen’ en ‘vrouwen’. Dit komt omdat het onderzoek waar we naar verwijzen alleen gedaan is onder mensen die zich identificeren als man of vrouw. Waar mogelijk wordt onderscheid gemaakt tussen sekse of gender. Dit is echter niet altijd mogelijk aangezien bij onderzoeksresultaten niet altijd wordt vermeld hoe sekse of gender is gemeten.

1 de Blécourt, K., & Oud, B (2021). Diversiteit is realiteit: Diversiteit op het gebied van sekse, gender en seksuele oriëntatie, hoe zit dat? Alliantie Gezondheidszorg op Maat. COC Nederland, Rutgers en Women Inc.

Fysieke gezondheid

Gezondheidsverschillen tussen vrouwen

In Nederland hebben vrouwen een slechtere gezondheid dan mannen2. In de meeste andere Europese landen wordt dit sekseverschil nauwelijks gevonden of ligt het aantal gezonde jaren bij vrouwen juist hoger dan bij mannen3.

  • Bepaalde fysieke aandoeningen komen bij vrouwen vaker voor dan bij mannen (onder andere migraine, schildklierfunctiestoornissen, bloedarmoede, chronische gewrichtsontsteking en incontinentie). Vrouwen hebben vaker te maken met comorbiditeit dan mannen.4 Opvallend is dat meer dan driekwart (70–90%) van de zorggebruikers met SOLK (Somatisch Onvoldoende Verklaarde Klachten) vrouw is4. Vaak gaat het om vermoeidheid, maag- en darmproblemen en allerlei soorten pijn.
  • Diagnoses worden bij vrouwen vaker gemist. Dit komt onder andere voor bij reuma, hartinfarcten en vrouwspecifieke aandoeningen. Vrouwen krijgen gemiddeld vijf jaar later dan mannen de juiste diagnose bij de ziekte van Bechterew5. Ook worden hart- en vaatziekten bij vrouwen minder goed gesignaleerd dan bij mannen, omdat de symptomen van een hartaanval bij vrouwen doorgaans anders zijn.6 Vrouwen hebben daarnaast 6% minder kans om gediagnosticeerd te worden met een veelvoorkomende ziekte7.
  • Vrouwen gebruiken meer en langduriger geneesmiddelen en hebben ook een grotere kans op bijwerkingen dan mannen.3 Vrouwen melden 50% meer bijwerkingen van medicijnen dan mannen en worden 33% vaker in het ziekenhuis opgenomen in verband met bijwerkingen8. Verschillen in het lichaam tussen mannen en vrouwen zorgen ervoor dat medicijnen op een andere manier in een ander tempo door het lichaam worden opgenomen en uitgescheiden.9
  • Ook overlijden er aan een aantal ziektes meer vrouwen dan mannen. Zo hebben vrouwen met diabetes type 1 een twee tot drie keer hogere kans op overlijden dan mannen.10 Ook overlijden er meer vrouwen aan een beroerte dan mannen. Dat komt omdat er relatief veel oudere vrouwen zijn, juist oudere vrouwen een beroerte krijgen en de sterftekans toeneemt met de leeftijd.4

Vrouwspecifieke aandoeningen11

Vrouwspecifieke aandoeningen komen voor bij ten minste 10% van alle vrouwen. En de kennisachterstand op het gebied van vrouwspecifieke aandoeningen is nog steeds groot in de gezondheidszorg, waardoor vrouwen niet of pas na lange tijd de zorg krijgen die ze nodig hebben. De gemiddelde diagnosetijd van aandoeningen als endometriose, PMDD of hevig menstrueel bloedverlies is dan ook 7 tot 12 jaar.4 12 13

  • Bijna de helft van de vrouwen van jonger dan 50 jaar heeft last van myomen (vleesbomen in de baarmoeder). Meer dan 70% van de vrouwen tussen de 45 en 85 jaar last van bekkenbodemproblemen.14
  • 77% van de vrouwen die menstrueren heeft (zeer) veel last van menstruatieklachten15 zoals endometriose. Dit is een aandoening die optreedt wanneer het weefsel (endometrium) uit de binnenzijde van de baarmoeder zich hecht aan andere structuren of organen buiten de baarmoeder.4 Een andere veel voorkomende aandoening is hevig menstrueel bloedverlies (HMB)16. HMB kan mogelijk leiden tot lichamelijke klachten als vermoeidheid door ijzertekort (bloedarmoede) en hevige pijn. Het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS) is de meest voorkomende hormoonstoornis bij vrouwen. Vrouwen met PCOS hebben follikels in de eierstok. 5 tot 10 % van de vrouwelijke bevolking in de vruchtbare levensfase heeft te maken met PCOS-klachten.17
  • Naar schatting zijn 1,8 miljoen mensen in Nederland in de overgang18. 80% van hen geeft aan op een gegeven moment last te hebben van overgangsklachten. 20% van de mensen met overgangsklachten heeft hier zoveel last van, dat hun leven ontwricht raakt19. De vermindering van oestrogenen tijdens en na de menopauze veroorzaakt bij vrouwen een hoger risico op klachten als verlies in botdensiteit, hart- en vaatziekten (inclusief hersenbloeding), cognitieve stoornissen en alzheimer, depressiviteit, verzakkingen en incontinentie.

 

Intersekse

De lichamelijke gezondheidsproblemen die mensen met variaties in geslachtskenmerken kunnen ervaren, verschillen sterk per vorm. Mensen met bepaalde vormen kunnen het in sommige gevallen niet overleven zonder hormonale behandeling. Hiernaast hebben veel intersekse personen chirurgische ingrepen ondergaan, zonder expliciet toestemming en met lange termijn gevolgen zoals littekens en verlies van seksuele functie.20 Tot slot hebben intersekse personen ook vaker last van chronische gezondheidsproblemen, zoals endocriene problemen (diabetes en schildklierafwijkingen) en vruchtbaarheidsproblemen die kunnen ontstaan door medische ingrepen.21

Operaties bij intersekse personen

De meeste operaties bij intersekse personen zijn onomkeerbaar en worden op jonge leeftijd uitgevoerd, vaak zonder hun toestemming, wat zowel voor hen als hun ouders veel stress veroorzaakt.22 Mensenrechtenorganisaties bekritiseren deze operaties vanwege het gebrek aan consent en de mogelijke schade aan de fysieke integriteit van het kind. Ondanks sommige medische ingrepen noodzakelijk zijn voor de overleving of het voorkomen van ernstige aandoeningen, ervaren intersekse personen deze procedures vaak als taboe, omdat ze niet betrokken worden bij de beslissingen. Dit leidt tot negatieve gevolgen voor hun zelfacceptatie, sociale interacties en schoolervaringen. Onderzoek toont aan dat intersekse personen na operaties vaak tevreden zijn met hun uiterlijk, maar minder tevreden met hun seksueel functioneren.23

2 Brakel, M. van den, & Riele, S. te (Eds.). (2022). Emancipatiemonitor 2022. Den Haag: CBS.

3 Knoops, K., Verweij, G., Merens, S., & Pulles, I. (2016). Gezondheid. In W. Portegijs & M. van den Brakel (Eds.), Emancipatiemonitor 2016 (pp. 214-244). Den Haag: SCP.

4 Alliantie Gender & Gezondheid / ZonMw (2015). Kennisagenda Gender & Gezondheid. Den Haag: ZonMw.

5 van der Horst-Bruinsma, I. E., Zack, D. J., Szumski, A., & Koenig, A. S. (2013). Female patients with ankylosing spondylitis: Analysis of the impact of gender across treatment studies. Annals of the Rheumatic Diseases, 72(7), 1221-1224. https://doi.org/10.1136/annrheumdis-2012-202431

6 Maas, A. (2019). Hart voor vrouwen: De cardioloog over het vrouwenhart. Amsterdam: Prometheus.

7 Ballering , A. V. (2024). Twists and turns: Sex and gender differences in the illness trajectories of common somatic symptoms. University of Groningen. https://doi.org/10.33612/diss.902736104

8 Lareb. (2019, April 3). Meer bijwerkingen gemeld bij vrouwen. https://www.lareb.nl/news/meer-bijwerkingen-gemeld-bij-vrouwen

9 Soldin, O.P. & Mattison, D.R. (2009). Sex differences in pharmacokinetics and pharmacodynamics. Clin Pharmacokinet, 48, 143-57. In Kennisagenda Gender & Gezondheid

10 Lung, T.W., et al. (2014). A meta-analysis of the relative risk of mortality for type 1 diabetes patients compared to the general population: exploring temporal changes in relative mortality. PLoS.One, 9, 11, e113635.

11 Dat wil zeggen: Cis-vrouw specifiek / mensen met een baarmoeder, eierstokken, vagina en/of vulva

12 Ballard, K., Lowton, K., & Wright, J. (2006). What’s the delay? A qualitative study of women’s experiences of reaching a diagnosis of endometriosis. Fertility and sterility, 86(5), 1296–1301. https://doi.org/10.1016/j.fertnstert.2006.04.054

13 Hadfield, R., Mardon, H., Barlow, D., & Kennedy, S. (1996). Delay in the diagnosis of endometriosis: a survey of women from the USA and the UK. Human reproduction (Oxford, England), 11(4), 878–880. https://doi.org/10.1093/oxfordjournals.humrep.a019270

14 Messelink, B., et al. (2005). Standardization of terminology of pelvic floor muscle function and dysfunction: report from the pelvic floor clinical assessment group of the International Continence Society. Neurourology and urodynamics, 24, 4, 374-380. In Kennisagenda Gender & Gezondheid

15 Bron: Women Inc. (2022). Een onderzoek naar het effect van menstruatieklachten op het dagelijks leven. https://www.womeninc.nl/wp-content/uploads/2022/09/Rapportage-Een-onderzoek-naar-het-effect-van-menstruatieklachten-op-het-dagelijks-leven.pdf

16 Federatie Medisch Specialisten (2023). Hevig menstrueel bloedverlies (HMB). https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/hevig_menstrueel_bloedverlies/startpagina_-_hevig_menstrueel_bloedverlies_hmb.html

17 Fauser, B.C., et al. (2012). Consensus on women’s health aspects of polycystic ovary syndrome (PCOS): the Amsterdam ESHRE/ASRM-Sponsored 3rd PCOS Consensus Workshop Group. Fertil Steril, 97, 1, 28-38.e25. doi: 10.1016/j.fertnstert.2011.09.024. In Kennisagenda Gender & Gezondheid

18 Bongers, M., & van Zweden, C. (2022). Biografie van de baarmoeder.

19 Rozenbroek, J., & Teunis, J. (2022). De overgang: Het no-nonsense handboek.

20 Artsen voor kinderen (2024). Begeleiding en behandeling. Amsterdam: Biomedia. Verkregen van: Intersekse en DSD – Begeleiding en behandeling | Cyberpoli

21 Rich, A. L., Phipps, L. M., Tiwari, S., Rudraraju, H., & Dokpesi, P. O. (2016). The increasing prevalence in intersex variation from toxicological dysregulation in fetal reproductive tissue differentiation and development by endocrine-disrupting chemicals. Environmental health insights, 10, EHI-S39825.

22 Leemrijse, C., & van Dulmen, S. (2023). Genitale operaties bij kinderen met DSD jonger dan 12 jaar. NIVEL: Utrecht.

23 Kastelein, C., Keulen, B., Tukker, A., & van der Have, M. (2020). 10 keer vraag en antwoord over intersekse. Handreiking LHBTI-emancipatie. Utrecht: Movisie.

Mentale gezondheid

Vrouwen hebben een minder goede mentale gezondheid dan mannen. Ook verslechtert de mentale gezondheid van tieners en jongvolwassenen, waar meisjes en jonge vrouwen een minder goede mentale gezondheid hebben dan jongens en jonge mannen24.

  • Stemmingsstoornissen komen vaker voor onder vrouwen dan mannen. Zo krijgen vrouwen in hun leven bijna twee keer vaker25 de diagnose van een depressieve stoornis in vergelijking met mannen (24,3% t.o.v. 13,1%).26 Dat geldt ook voor angststoornissen (vrouwen 36%, mannen 11%)27. Ook hebben vrouwen (9%) twee keer zo vaak een posttraumatische stressstoornis (PTSS) dan mannen (4%)28.Vrouwen sterven twee keer zo vaak aan psychische en gedragsstoornissen (vooral dementie) dan mannen, vooral op zeer hoge leeftijd29.
  • Ook is er een verschil in diagnose en behandeling. Zo worden ADHD en een autisme spectrum stoornis (ASS) vaker gediagnosticeerd bij jongens dan bij meiden. Mede daardoor wordt het bij meiden vaker over het hoofd gezien dan bij jongens.30 31 Dit komt onder andere doordat meisjes minder stereotyperend ADHD gedrag laten zien. Jongetjes met ADHD vertonen vaak hyperactiviteit, impulsief gedrag, agressie en kunnen lastig zijn. Bij meisjes kan ADHD zich uiten in een vorm van hyperactiviteit die minder vaak met ADHD geassocieerd wordt, zoals praatgraag zijn. Ook hebben zij veel vaker slaapproblemen dan jongetjes met ADHD. Dit geldt ook voor ASS, 45% van de vrouwen met een autismespectrumstoornis krijgt eerst een verkeerde diagnose voordat de juiste wordt gesteld, tegenover 30% van de mannen32.

Gezondheidsverschillen tussen vrouwen en mannen werken ook de andere kant op. Zo wordt depressie bij mannen vaak later ontdekt en hebben zij meer risico op verslavingen zoals alcoholisme en drugsgebruik. Ook overlijden er in Nederland bijna twee keer zoveel mannen als vrouwen als gevolg van suïcide33.

 

Intersekse

  • Intersekse personen hebben een verhoogd risico op mentale gezondheidsproblemen, waaronder laag zelfvertrouwen, negatief lichaamsbeeld en gevoelens van schaamte.Ook ADHD en autisme komen vaker voor.34
  • Emotionele reacties zoals rouw, boosheid en verdriet komen vaak voor, vooral bij worsteling met hun diagnose, het ontdekken van lichaamsverschillen en de gevolgen van onvruchtbaarheid. De angst bestaat dat hun biologisch ouderschap in gevaar wordt gebracht.35
  • Lichaamsbeeldproblemen zijn vaak gerelateerd aan onzekerheid over aantrekkelijkheid en angst voor afwijzing, vaker gericht op geslachtskenmerken en algemene lichaamskenmerken.36
  • Stigma, discriminatie en taboes rond intersekse zijn leiden tot isolatie en emotionele stress, hoewel jongere generaties meer openheid tonen naar hun familie, peers en artsen.37
  • Negatieve ervaringen in medische settings en medische behandelingen kunnen het zelfbeeld en de emotionele ontwikkeling negatief beïnvloeden.35

24 Verwey-Jonker Instituut. (2024). Mentale gezondheid van jongeren en studenten in Nederland. https://www.verwey-jonker.nl/publicatie/mentale-gezondheid-van-jongeren-en-studenten-in-nederland/

25 RIVM (2024). Depressie en andere stemmingsstoornissen | Oorzaken. https://www.vzinfo.nl/depressie-en-andere-stemmingsstoornissen/oorzaken

26 Trimbos Instituut (2017). Zicht op depressie: de aandoening, preventie en zorg. Bron: https://www.trimbos.nl/docs/262989cc-bc35-48cb-a2ef-2d35fc48c266.pdf

27 ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., de Graaf, R. NEMESIS Cijfers per aandoening: Angststoornissen. https://cijfers.trimbos.nl/nemesis/verdiepende-informatie-psychische-aandoeningen/angststoornissen/.Geraadpleegd op: 5 augustus 2024. Trimbos-instituut, Utrecht

28 Vries, G.J. de & Olff, M. (2009). The lifetime prevalence of traumatic events and posttraumatic stress disorder in the Netherlands. Journal of Traumatic Stress, 22, 4, 259-267. Via: https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/posttraumatische-stressstoornis/cijfers-context/huidige-situatie#!node-prevalentie-van-ptss-de-bevolking

29 Knoops. K., Verweij, G., Merens, S. & Pulles. I. (2016). Gezondheid. In W. Portegijs & M. van den Brakel (Reds), Emancipatiemonitor 2016 (p.214-244). Den Haag: SCP.

30 Alliantie Gender & Gezondheid / ZonMw (2015). Kennisagenda Gender & Gezondheid. Den Haag: ZonMw.

31 Fonds Psychische Gezondheid (2011). ADHD bij kinderen en volwassenen. Als chaos het leven beheerst. Amersfoort: Fonds Psychische Gezondheid.

32 Begeer, S. Wierda, M. & Venderbosch, S. (2013). NVA Enquête 2013. Allemaal autisme, allemaal anders. De Bilt: Nederlandse Vereniging voor Autisme.

33 RIVM (2022). Depressie en andere stemmingsstoornissen | Oorzaken. https://www.vzinfo.nl/depressie-en-andere-stemmingsstoornissen/oorzaken

34 De Vries, A. L., Roehle, R., Marshall, L., Frisén, L., Van De Grift, T. C., Kreukels, B. P., Bouvattier, C., Köhler,B., Thyen,T., Nordenström, A., Rapp,M., & Cohen-Kettenis, P. T. (2019). Mental health of a large group of adults with disorders of sex development in six European countries. Psychosomatic medicine, 81(7), 629-640.

35 Lisdonk, J. van (2014). Leven met intersekse/DSD. Een verkennend onderzoek naar de leefsituatie van personen met intersekse/DSD. Den Haag: SCP.

36 Callens, N., Kreukels, B. P., & van de Grift, T. C. (2021). Young voices: Sexual health and transition care needs in adolescents with intersex/differences of sex development—A pilot study. Journal of Pediatric and Adolescent Gynecology, 34(2), 176-189.

37 Zeeman, L., et al. (2017). LGBTI4Health. Reducing health inequalities experienced by LGBTI people. State-of-the-Art synthesis report. European Union.

38 Graaf, H. de & Wijsen, C. (Reds) (2017). Seksuele gezondheid in Nederland 2017. Delft: Eburon.

39 Seks onder je 25e/Leefstijlmonitor: Rutgers en Soa Aids Nederland i.s.m. RIVM en CBS, 2023

40  Callens, N., Motmans, J. & Longman, Ch. (2017). Samenvatting intersekse/DSD in Vlaanderen. Gent: Universiteit Gent.

41 Cense, M. & Marinus, M.A. (2023) Als seks(e) niet vanzelfsprekend is: Een levensloopperspectief op de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen. Nijmegen/Utrecht, Nederland; Rutgers/Stichting NNID

Seksuele gezondheid

Mannen ervaren meer positieve gevoelens rondom seks dan vrouwen. Zo zegt 92% van de mannen en 75% van de vrouwen erg te genieten van seks42. Ook de eerste keer vaginale seks is voor jongens (64%) vaak fijner dan voor meiden (28%)43.

Vrouwen hebben vaker een seksueel probleem dan mannen. Seksuele problemen of klachten zijn onder andere vaginisme, pijn bij seks (1 op de 5 meiden had in het afgelopen jaar pijn bij seks43), orgasmeproblemen en niet vochtig (genoeg) worden tijdens seks. Niet klaarkomen, weinig of geen zin in seks en een vagina die niet vochtig (genoeg) is tijdens seks komen het meest voor bij meiden onder de 25. Het probleem dat vaker voorkomt bij jongens is een vroegtijdig orgasme.43

  • 15% van de vrouwen en 11% van de mannen heeft tenminste één seksueel probleem42. Ook onder jongeren hebben meiden (23%) vaker dan jongens (10%) een seksueel probleem dat vaak voorkomt en waar ze behoorlijk of erg veel last van hebben43.

Vrouwen maken meer seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel misbruik mee dan mannen. Voor alle seksuele handelingen geldt dat meer vrouwen dan mannen deze tegen hun wil meemaken.

  • Zo heeft 11% van de vrouwen ooit geslachtsgemeenschap tegen haar wil gehad, tegenover 1% van de mannen.42
    Van de Nederlandse vrouwen heeft 10% ooit een verkrachting meegemaakt, 11% seksueel geweld door een (ex-)partner en 20% is ooit fysiek mishandeld door een (ex-)partner.

Het ervaren van geweld, waaronder seksueel geweld, heeft vaak langdurige consequenties voor de gezondheid en het welbevinden van slachtoffers. Ze bezoeken veel vaker de huisarts, hebben meer chronische klachten en gebruiken meer pijnstillers.

 

Intersekse

  • Intersekse personen beginnen vaak later met seksuele ervaringen, hebben minder vaak relaties, en kampen vaker met seksuele problemen zoals pijn, verlies van libido en emotionele moeilijkheden.44
  • Intersekse personen zijn over het algemeen minder seksueel tevreden.45 Soloseks kan voor hen belangrijk zijn om het eigen lichaam te leren kennen en tegenwicht te bieden aan onaangename ervaringen.46
  • Schaamte, negatief lichaamsbeeld en angst voor afwijzing of pijn remmen de seksuele activiteiten en datingervaringen van intersekse personen. Deze ervaringen worden versterkt door een medische focus op geslachtsdelen.46
  • Seksueel contact kan beangstigend zijn vanwege onzekerheid over fysieke kenmerken van intersekse personen. Dit kan leiden tot vermijding van seks of gereduceerd plezier in daten en seks.47
  • Onvruchtbaarheid en niet-normatieve puberteitskenmerken, zoals bij het syndroom van Klinefelter, kunnen het zelfbeeld en (seksuele) relaties van intersekse personen negatief beïnvloeden.45

42 Graaf, H. de & Wijsen, C. (Reds) (2017). Seksuele gezondheid in Nederland 2017. Delft: Eburon.

43 Seks onder je 25e/Leefstijlmonitor: Rutgers en Soa Aids Nederland i.s.m. RIVM en CBS, 2023

44 Callens, N., Kreukels, B. P., & van de Grift, T. C. (2021). Young voices: Sexual health and transition care needs in adolescents with intersex/differences of sex development—A pilot study. Journal of Pediatric and Adolescent Gynecology, 34(2), 176-189.

45 Callens, N., Motmans, J. & Longman, Ch. (2017). Samenvatting intersekse/DSD in Vlaanderen. Gent: Universiteit Gent.

46 Cense, M. & Marinus, M.A. (2023) Als seks(e) niet vanzelfsprekend is: Een levensloopperspectief op de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen. Nijmegen/Utrecht, Nederland; Rutgers/Stichting NNID

47 Lisdonk, J. van (2014). Leven met intersekse/DSD. Een verkennend onderzoek naar de leefsituatie van personen met intersekse/DSD. Den Haag: SCP.

Ervaring met zorg

Verschil ervaring zorg tussen vrouwen en mannen

Uit onderzoek blijkt bovendien dat dokters bij patiënten die vrouw zijn anders handelen dan bij mannelijke patiënten48. Vrouwen krijgen bijvoorbeeld minder vaak lichamelijk onderzoek en diagnostische beeldvorming, zoals röntgenfoto’s en echo’s. En ze worden minder vaak doorverwezen dan mannen. Dit is ook zo als ze dezelfde klachten hebben, zoals hoofdpijn of rugpijn. En als vrouwen wel een lichamelijk onderzoek krijgen, wordt bij hen minder vaak een diagnose gesteld.

Er wordt in de zorg nog te weinig gesproken over of gevraagd naar de seksuele gezondheid van patiënten. Met als gevolg dat mensen zich niet vrij voelen om hier zelf over te beginnen, dat ze onnodig met vragen of problemen blijven zitten rondom seksuele gezondheid en dat ze niet de juiste zorg krijgen die ze nodig hebben49.

Intersekse

Uit onderzoek blijkt dat intersekse personen vaak negatieve ervaringen hebben in de algemene gezondheidszorg.50 Ze rapporteren ook gebrekkige toegang tot kwalitatieve en gespecialiseerde gezondheidszorg. Medische interventies kunnen van invloed zijn op een slechtere gezondheid en welzijn van intersekse personen.51 Bijvoorbeeld interventies kunnen als traumatisch ervaren worden vanwege slechte communicatie, ongepaste (sociale) behandeling vanuit de medische professionals of teleurstellende uitkomsten. Bovendien kan het gevoel van ‘anders’ zijn, minderwaardig of ongezond versterkt worden door medische behandelingen.52

Het tekort aan gespecialiseerde kennis bij zorgverleners over intersekse personen is ook een aandachtspunt dat kan leiden tot fysieke en psycologische schade. Intersekse personen hebben behoefte aan een open en respectvolle houding van zorgprofessionals.52 Uit een onderzoek van het SCP wordt gepleit voor meer informatie en betrokkenheid van intersekse personen bij beslissingen over hun eigen lichaam en wordt het belang benadrukt van psycologische ondersteuning voor zowel de intersekse personen zelf als hun familie.51

48 Radboudumc. (2022). In de spreekkamer communiceren vrouwen niet anders dan mannen. https://www.radboudumc.nl/nieuws/2022/in-de-spreekkamer-communiceren-vrouwen-niet-anders-dan-mannen#:~:text=Vrouwen%20krijgen%20bijvoorbeeld%20minder%20vaak,zoals%20hoofdpijn%20of%20rugpijn

49 Rutgers. (2023). Seksualiteit: Maak het bespreekbaar. https://rutgers.nl/nieuws/seksualiteit-maak-het-bespreekbaar/

50 Cannoot, P. (2021). Emancipatie van intersekse personen: uitdagingen voor een transversaal beleid. Gent: Universiteit Gent

51 Lisdonk, J. van (2014). Leven met intersekse/DSD. Een verkennend onderzoek naar de leefsituatie van personen met intersekse/DSD. Den Haag: SCP.

52 Cense, M., & Marinus, M.A. (2023). Als seks(e) niet vanzelfsprekend is: een levensloopperspectief op de relationele en seksuele ontwikkeling van jonge intersekse personen. Nijmegen/Utrecht, Nederland; Rutgers/Stichting NNID, 2023. Reeksnummer 2023-01, ISBN 9789493106062. 

Feedback toolkit



    HuisartsDoktersassistentpraktijkondersteuner somatiek en GGZEerstelijns PsycholoogJeugdprofessionalAnders




    "Wees je bewust van je eigen normen en waarden rond gender, sekse en seksuele oriëntatie en sta open voor andere perspectieven."

    Wees je bewust van je eigen normen en waarden rond gender, sekse en seksuele oriëntatie. Zeker als je veel bezig bent met het onderwerp kleurt dit het eigen referentiekader sterk. Hierin is het van groot belang om open blijven staan voor andere perspectieven en studenten de ruimte te geven deze perspectieven te delen, de stof tot zich te nemen en eigen te maken. 

    - Koosje

    "Een veilige sfeer in de klas is essentieel bij het bespreken van relaties en seksualiteit met studenten. Om deze reden start ik de les altijd met de PICKASOLL."

    Een veilige sfeer in de klas is essentieel bij het bespreken van relaties en seksualiteit met studenten. Om deze reden start ik de les altijd met de PICKASOLL, een methodiek om een veilige sfeer te creëren. Vaak liggen veiligheidsafspraken voor de hand maar het is fijn voor zowel docenten als studenten om hier samen bij stil te staan. Daarnaast biedt het docenten de mogelijkheid om hierop terug te vallen mochten er onveilige situaties ontstaan tijdens de les. 

    - Koosje

    "Ga er niet vanuit dat studenten weten wat diversiteit in

    sekse, gender en seksuele oriëntatie is, laat ze bijvoorbeeld eerste de e-learning Diversiteit = Realiteit doen."

    Schep altijd eerst een theoretisch kader voordat je gesprekken aangaat over seksualiteit en relaties. We kunnen er niet vanuit gaan dat studenten weten waar diversiteit in sekse, gender en seksuele oriëntatie over gaat. Een manier om dit te doen is door de e-learning diversiteit = realiteit mee te geven als huiswerk of hiermee te starten in de les.  Een tip zou zijn om je als docent ook goed in te lezen door voorafgaand aan de les de onlinecursus te doen, zodat je goed voorbereid bent op vragen. We hoeven niet alles te weten maar een theoretische basis en een goede voorbereiding is essentieel om het gesprek in goede banen te leiden.  

    - Koosje

    Esther Schlatmann (docent toegepaste psychologie, HvA)

    "Om te zorgen dat de tentoonstelling écht binnenkomt, moet je studenten een concreet kader meegeven en het persoonlijk maken."

    Wat ik merk in onderwijs met jongeren, is dat een les niet te “hoog over” moet zijn. Liever concreet dan abstract, liever dichtbij dan ver weg, liever persoonlijk dan algemeen. Om te zorgen dat de tentoonstelling écht binnenkomt, helpt het dus deze goed in te kaderen. Denk aan:

    • Een zachte landing: Introduceer het thema vooraf, werk vanuit de context van de student en benoem de relevantie. Het help om zelf al te bedenken: wat wil ik dat studenten als take-home message meenemen na vandaag?
    • Zet ze eerst zelf aan het denken: prikkelende stellingen, lastige vragen of verschillende perspectieven helpen om te beseffen dat er voor zoveel situaties (nog) geen ultieme oplossing is.
    • Geef studenten een concrete opdracht mee naar de tentoonstelling. Bijvoorbeeld: lees 1 portret waarin je jezelf herkent, 1 portret dat heel ver van je af staat en 1 portret dat je intrigeert.
    • Stel ook achteraf gerichte vragen in de nabespreking. Bijvoorbeeld: Heb je jezelf op aannames of vooroordelen betrapt? Wat ga jij voortaan anders doen?

    Werken vanuit het perspectief van de studenten, blijven relateren aan hun belevingswereld en hun input écht serieus nemen: dat is het recept voor een waardevol nagesprek.   

    - Esther

    “Introduceer omgaan met diversiteit in sekse, gender en

    seksuele oriëntatie als onderdeel van professioneel handelen, dan snappen studenten het kader waarin het besproken wordt.

    Tijdens lessen over relaties en seksualiteit is het van groot belang dat studenten meekrijgen dat er een verschil is tussen persoonlijke opvattingen, mening en overtuigingen en professionele opvattingen, meningen en overtuigingen. Onthoud wel dat studenten vier jaar studeren en de tijd moeten krijgen om deze professionele houding te ontwikkelen. 

    - Koosje