Seksuele oriëntatie

Definitie seksuele oriëntatie1

Diversiteit in seksuele oriëntatie gaat over drie aspecten van seksuele oriëntatie. Het gaat niet alleen over of je je homo, lesbisch of bi+ noemt (zelfbenoeming), maar ook over tot wie je je aangetrokken voelt (aantrekking) en met wie je seks hebt (gedrag). Zelfbenoeming, aantrekking en gedrag kunnen van elkaar verschillen en staan los van elkaar. Zo kan een vrouw seks met mannen en vrouwen hebben, alleen relaties met mannen en zichzelf biseksueel noemen. Ook kan een man zich hetero noemen, maar seks hebben met vrouwen en mannen.

Zelfbenoeming

Zelfbenoeming gaat dus over hoe je jezelf noemt. Veelgebruikte woorden voor zelfbenoeming zijn; hetero, homo, lesbisch, bi, pan, queer en aseksueel. Mensen kiezen wat voor hen het beste past en maken ook onderscheid tussen privé en publiekelijke benoeming.

6% van de mannen en 3% van de vrouwen van 18 jaar en ouder noemt zich homoseksueel, lesbisch of biseksueel.2
Van de jongens van 16-25 jaar die enige aantrekking voelen tot dezelfde sekse of gender, identificeert 14% zich als hetero, 32% als homo en 32% als biseksueel. Een klein deel (15%) geeft aan een ander label te gebruiken, zoals queer. pan- of demiseksueel.3
Voor meiden van 16-25 jaar geldt dat 25% zich identificeert als hetero, 7% als lesbisch, 36% als biseksueel en 22% anders.3
1% van de jongeren van 12-25 jaar noemt zichzelf aseksueel.3
Vorige slide
Volgende slide

Aantrekking

Aantrekking gaat over de genders van de personen tot wie je je aangetrokken voelt. Er bestaat een onderscheid tussen romantische en seksuele aantrekking. Romantische aantrekking gaat over liefde of over op wie je verliefd wordt. Seksuele aantrekking gaat over lust of over van wie je seksueel opgewonden raakt. Soms komen liefde en lust overeen, maar niet altijd. Je kan bijvoorbeeld aseksueel zijn (geen seksuele aantrekking voelen), maar wel verliefd worden op iemand.

Van de mannen voelt 3% zich uitsluitend tot mannen aangetrokken en bijna 5% in enige mate tot meer dan één sekse of gender.4
Van de vrouwen voelt 2% zich uitsluitend tot vrouwen aangetrokken en 9% in enige mate tot meer dan één sekse of gender.4
Van de jongeren van 18-25 jaar voelt ongeveer 12% enige aantrekking tot dezelfde sekse of gender.3
Homoseksuele, lesbische en biseksuele jongeren van 16 tot 25 jaar zijn gemiddeld 14 jaar voor het eerst bewust van hun aantrekking tot seksegenoten.3
Vorige slide
Volgende slide

Gedrag

Seksueel gedrag gaat over wat je doet. Niet alle aantrekkingen die men voelt worden geuit in seksueel gedrag. Seksueel gedrag is veel breder dan penis-in-vagina seks. Ook flirten, knuffelen, orale, manuele en anale seks vallen onder seksueel gedrag.

5% van de mannen en 3% van de vrouwen die het afgelopen jaar seks hadden, had (ook) seks met iemand van dezelfde sekse of gender.4
Bij 49% van de mannen en 29% van de vrouwen is er een overlap tussen aantrekking, seksueel gedrag en zelfbenoeming.4
Vorige slide
Volgende slide

1 de Blécourt, K., & Oud, B (2021). Diversiteit is realiteit: Diversiteit op het gebied van sekse, gender en seksuele oriëntatie, hoe zit dat? Alliantie Gezondheidszorg op Maat. COC Nederland, Rutgers en Women Inc.

2 Bi+ Nederland (2022). bi+ Nederland Factsheet 2022. Verkregen van: https://biplus.nl/wp-content/uploads/2023/01/Factsheet-2022-biplus-nederland.pdf

3 de Graaf, H., Oldenhof, A., Kraan, Y., Beek, T., Kuipers, L., & Vermey, K. (2023). Seks onder je 25e: Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2023. Rutgers/Soa Aids Nederland.

4 De Graaf, H. D., & Wijsen, C. (2017). Seksuele gezondheid in Nederland 2017. Delft: Eburon

Fysieke gezondheid

Er zijn meerdere studies die aantonen dat lesbische, homoseksuele en bi+ personen een slechtere fysieke gezondheid hebben dan heteroseksuele personen. In dit onderdeel maken we een onderscheid tussen scholieren, jongvolwassenen en volwassenen.

Scholieren en jongvolwassenen

Lesbische, homoseksuele en biseksuele (lhb) scholieren hebben relatief vaak last van psychosomatische klachten zoals hoofdpijn, maagpijn, rugpijn, slaapproblemen en duizeligheid:

  • Studies tonen aan dat lhb-jongeren vaker hoofdpijn, maagpijn en buikpijn rapporteren dan hun heteroseksuele leeftijdsgenoten. Bijvoorbeeld, 26% om 15% van de lhb-jongeren rapporteerde vaker hoofdpijn of maagpijn in vergelijking met 16% om 8% van heteroseksuele jongeren.5
  • LHB jongeren rapporteren ook vaker fysieke gezondheidsklachten die samenhangen met psychische stress, zoals chronische vermoeidheid en rugpijn. dan heteroseksuele jongeren. Ongeveer 17% van de lhb jongeren geeft aan rugpijn te ervaren ten opzichte van 10% van de heteroseksuele jongeren.5

Middelengebruik: Lhb scholieren roken dagelijks zes keer vaker en drinken in de afgelopen vier weken twee keer zo vaak alcohol dan heteroseksuele scholieren. Ze zijn ook drie keer vaker dronken. Bij jongvolwassenen roken lhb personen dagelijks 1,7 keer vaker dan heteroseksuelen.6

Sporten: Lhb scholieren sporten minder vaak dan hun heteroseksuele leeftijdsgenoten:

  • 18% van de lhb scholieren sport niet of minder dan één keer per maand, tegenover slechts 6% van de heteroseksuele scholieren.7


Volwassenen

Drugsgebruik: lhb volwassenen hebben vaker (ooit) drugs gebruikt dan heteroseksuele volwassenen.8

Alcoholgebruik: 20% van de biseksuele personen en 12% van homo- en lesbische drinkt overmatig alcohol, tegenover 9% van heterosekuele personen.8

Bi+ personen

Tot slot is het ook belangrijk om aandacht te schenken aan bi+ personen vanwege het volgende:

Algemene Gezondheid: Biseksuele personen hebben vaker een slechte algemene gezondheid en een langdurige ziekte of aandoening dan heteroseksuele mensen.9

Beweegnorm: Lesbische en homoseksuele mensen voldoen vaker (50%) niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) of de Fitnorm, vergeleken met heteroseksuele personen (40%). Voor biseksuele personen is dit percentage 46%.8

5 Huijnk, W., & Van Beusekom, G. (2021). Wat maakt het verschil? Over het welzijn, de sociale relaties en de leefstijl van lesbische, homoseksuele en biseksuele jongeren. Sociaal en Cultureel Planbureau: Den Haag.

6 Zeeman, L., et al. (2017). LGBTI4Health. Reducing health inequalities experienced by LGBTI people. State-of-the-Art synthesis report. European Union.

7 Kuyper, L. (2015). Jongeren en seksuele oriëntatie. Ervaringen van en opvattingen over lesbische, homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele jongeren. Den Haag: SCP.

8 Beusekom, G. van & Kuyper, L. (2018). LHBT-monitor 2018. De leefsituatie van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP.

9 Huijnk, W., Damen, R., & Kampen, L. V. (2022). LHBT Monitor 2022. Den Haag: SCP.

Mentale gezondheid

Scholieren en (jong)volwassenen

Gelukkig voelen:10

  • Lhb scholieren zijn aanzienlijk vaker (38%) ongelukkig dan hun heteroseksuele leeftijdsgenoten (11%).
  • Daartegenover geeft 72% van de lhb jongvolwassenen aan zich gelukkig te voelen, terwijl dit percentage bij heteroseksuele jongvolwassenen 84% is.

Gezondheidsbeoordeling:10

  • 68% van de lhb scholieren beoordeelt hun eigen gezondheid positief, terwijl dit percentage bij heteroseksuele scholieren 86% is.
    Lhb jongvolwassenen (87%) en heteroseksuele jongvolwassenen (92%) beoordelen hun eigen gezondheid als (zeer) goed of uitstekend, met minimale verschillen.

Psychische problemen:10

  • Meer dan de helft van de lhb scholieren ervaart psychische problemen. Ze hebben ruim twee keer zo vaak als heteroseksuele scholieren last van emotionele- en gedragsproblemen.
  • Lhb jongvolwassenen hebben ook vaker psychische problemen dan heteroseksuele jongvolwassenen. Sommige klachten, zoals “zich somber voelen”, “niet kalm en rustig zijn” en “niet gelukkig zijn”, komen bijna twee keer zo vaak voor bij lhb jongvolwassenen.

Thuis- en schoolsituatie:

  • Lhb scholieren ervaren uitdagingen in hun thuis- en schoolsituatie:10
    Ze kunnen thuis minder vaak met hun zorgen bij hun ouders terecht en ervaren minder steun vanuit het gezin.
  • Lhb scholieren hebben tevens een minder goede band met docenten op school en worden vaker gepest.


Levensbeoordeling
: Lhb scholieren beoordelen hun leven negatiever (6+) in vergelijking met heteroseksuele leeftijdsgenoten (8-).10

Psychische ongezondheid: Biseksuele personen ervaren vaker psychische ongezondheid (26%) in vergelijking met homoseksuele en lesbische (17%) en heteroseksuele personen (11%).11
Depressie: Depressie komt vaker voor bij biseksuele personen (17%) dan bij homoseksuele en lesbische (15%) en heteroseksuele personen (8%).11
Jongeren en psychische problemen: Biseksuele jongeren hebben meer psychische problemen dan heteroseksuele jongeren. Deze verhoogde psychische klachten zijn gerelateerd aan een negatievere houding ten opzichte van hun eigen seksuele oriëntatie.11
Vorige slide
Volgende slide

Suicide

Jongeren: Jongeren binnen de lesbische, homoseksuele en biseksuele (lhb+) gemeenschap ervaren aanzienlijk hogere percentages van suïcidale gedachten en pogingen vergeleken met hun heteroseksuele leeftijdsgenoten. Ongeveer 35% van de lhb jongeren heeft suïcidale gedachten gehad, wat meer dan twee keer zo hoog is als bij heteroseksuele jongeren (17%). Bovendien heeft ongeveer 9% van de lhb jongeren een suïcidepoging ondergaan, wat meer dan vier keer zo hoog is als het percentage onder heteroseksuele jongeren (2%).

55-plussers: Ook onder lhb 55-plussers zijn suïcidale gedachten en pogingen vaker aanwezig in vergelijking met heteroseksuele leeftijdsgenoten. Ongeveer 30% van de lhb 55-plussers heeft ooit suïcidale gedachten gehad, vergeleken met 22% van heteroseksuele leeftijdsgenoten. Daarnaast heeft ongeveer 7% van de lhb 55-plussers een suïcidepoging gedaan, tegenover 3% van heteroseksuele leeftijdsgenoten.

10 Kuyper, L. (2015). Jongeren en seksuele oriëntatie. Ervaringen van en opvattingen over lesbische, homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele jongeren. Den Haag: SCP.

11 Beusekom, G. van & Kuyper, L. (2018). LHBT-monitor 2018. De leefsituatie van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen in Nederland. Den Haag: SCP

Seksuele gezondheid

Seksueel geweld

Prevalentie: Onderzoek toont aan dat meer homo- en biseksuele mannen (18%) dan heteroseksuele mannen (6%) ooit te maken hebben gehad met seksueel geweld. Ook lesbische en biseksuele vrouwen ervaren vaker seksueel geweld (37%) dan heteroseksuele vrouwen (22%). Biseksuele mannen (18% tot 25%) en vrouwen (36% tot 52%) zijn het meest kwetsbaar voor seksueel geweld.12

Jongeren: Van de lhb+ jongeren tussen 17 en 24 jaar heeft 27% ooit seksueel geweld meegemaakt.13

Impact: Lhb+ slachtoffers ervaren na seksueel geweld meer acute stress en angst dan heteroseksuele slachtoffers, mogelijk door de combinatie van seksueel geweld en minderheidsstress.14

Soa/hiv

SOA-testen: Homoseksuele mannen (37%) hebben vaker een positieve SOA-test gehad dan biseksuele mannen (22% tot 29%) en heteroseksuele mannen (5%). Onder vrouwen hebben biseksuele vrouwen (8% tot 24%) vaker een positieve SOA-test gehad dan lesbische vrouwen (2%) en heteroseksuele vrouwen (7%).15

Condoomgebruik: Bij de eerste anale seks met een seksegenoot gebruikte 33% van de jongens geen condoom.13

Risicofactoren: Leeftijd, opleidingsniveau, relatiestatus en drugsgebruik tijdens seks zijn factoren die samenhangen met onbeschermde seks onder MSM (mannen die seks hebben met mannen). Jongere MSM, praktisch opgeleide MSM en MSM zonder vaste relatie hebben vaker onbeschermde seks, vooral bij meerdere partners.16

Seksueel gedrag en ervaringen

Eerste seksuele ervaringen: Jongens ervaren de eerste keer seks met een seksegenoot vaker als vervelend dan meiden: 13% van de jongens ervaart seks met andere jongens als vervelend, tegenover 5% van de meiden die seks met meiden als vervelend ervaart.13

Aantal sekspartners: Meer homo- en biseksuele mannen (53%) hebben meer dan tien sekspartners gehad in hun leven vergeleken met heteroseksuele mannen (16%). Ook lesbische en biseksuele vrouwen (26%) hebben vaker meer dan tien sekspartners gehad dan heteroseksuele vrouwen (12%).12

Rapportcijfer: Lhb+ jongeren (12-25 jaar) geven gemiddeld een lager rapportcijfers (6,7) aan hun seksleven dan heteroseksuele jongeren (7,1).13

Seksuele problemen

Lesbische en biseksuele vrouwen: Problemen met seksuele functies komen veel voor. Ongeveer 18,4% van de lesbische vrouwen en 31% van de biseksuele vrouwen ervaren moeilijkheden met het bereiken van een orgasme. Angst voor of ervaringen met pijn tijdens of na seks komen voor bij respectievelijk 3.3% van de lesbische vrouwen en 10,8% van de biseksuele vrouwen. Biseksuele vrouwen rapporteren vaker seksuele problemen (20,9%) dan lesbische vrouwen (13,7%).17

Homo en biseksuele mannen: Onder mannen met hiv ervaart één op de vijf ten minste één seksueel probleem. Bij homo- en biseksuele mannen neemt deze kans toe met de leeftijd, terwijl bij lesbische en biseksuele vrouwen deze kans juist afneemt.17

12 de Graaf, H. D., & Wijsen, C. (2017). Seksuele gezondheid in Nederland 2017. Delft: Eburon

13 de Graaf, H., Oldenhof, A., Kraan, Y., Beek, T., Kuipers, L., & Vermey, K. (2023). Seks onder je 25e: Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2023. Rutgers/Soa Aids Nederland.

14 Cramer, R.J., McNiel, D.E., Holley, S.R., Shumway, M. & Boccellari, A. (2012). Mental health in violent crimes: Does sexual orientation matter? Law and Human Behavior, 36, 87-95

15 Nikkelen, S., Tijdink, S., Graaf, H. de & Bakker, B. (2019). Seksuele gezondheid van lesbische, homoseksuele en biseksuele personen in Nederland anno 2017. Utrecht: Rutgers

16 Zuilhof (2018). Survey Mannen en Seksualiteit. Seks en gezondheid: het handelen en denken van MSM in Nederland. Amsterdam: Soa Aids Nederland

17 de Graaf, H. de, Bakker, B.H.W. & Wijsen, C. (Reds) (2014). Een wereld van verschil. Seksuele gezondheid van LHBT’s in Nederland 2013. Utrecht: Rutgers WPF.

Ervaring met zorg

Historische pathologisering: Tot 1973 werd homoseksualiteit als een stoornis beschouwd volgens de DSM, wat wantrouwen kan veroorzaken bij oudere lhb+ patiënten jegens zorgprofessionals.18

Terughoudendheid in openheid: Biseksuele personen zijn het minst geneigd om open te zijn over hun seksuele oriëntatie, zo ook in medische settingen. Soms is het dat ze het niet relevant vinden om over hun seksuele oriëntatie te praten maar soms voelen ze ook weinig ruimte en willen ze negatieve reacties voorkomen.19

Openheid bij 55-plussers: Een significant percentage lhb+ personen (25% homo- en biseksuele mannen, 58% lesbische en biseksuele vrouwen) is nooit open over hun seksuele oriëntatie tegenover zorgprofessionals.20

Toegang tot zorg: lhb+ personen ervaren vaker dat ze niet open kunnen praten over hun seksleven met huisartsen (19% vergeleken met 10% van heteroseksuele personen).21

Tevredenheid en ervaringen: Lhb+ personen zijn minder tevreden over hun huisarts (13% vergeleken met 8% van heteroseksuele personen), voelen zich vaker onbegrepen (17% tegenover 8%), en melden vaker discriminatie of vooroordelen van huisartsen (28% vergeleken met 9%).21

18 Kirk, S. A. (2017). The selling of DSM: The rhetoric of science in psychiatry. Routledge.

19 Bi+ Nederland. Wat is bi+? Verkregen van: https://biplus.nl/wat-is-biplus/

20  Lisdonk, J. van & Kuyper, L. (2015). 55-plussers en seksuele oriëntatie. Ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele 55-plussers. Den Haag: SCP.

21 Sánchez, L., & Vijlbrief, A. (2022). Bespreekbaar maken van seksualiteit in de zorg. Rutgers: Utrecht.

Feedback toolkit



    HuisartsDoktersassistentpraktijkondersteuner somatiek en GGZEerstelijns PsycholoogJeugdprofessionalAnders




    "Wees je bewust van je eigen normen en waarden rond gender, sekse en seksuele oriëntatie en sta open voor andere perspectieven."

    Wees je bewust van je eigen normen en waarden rond gender, sekse en seksuele oriëntatie. Zeker als je veel bezig bent met het onderwerp kleurt dit het eigen referentiekader sterk. Hierin is het van groot belang om open blijven staan voor andere perspectieven en studenten de ruimte te geven deze perspectieven te delen, de stof tot zich te nemen en eigen te maken. 

    - Koosje

    "Een veilige sfeer in de klas is essentieel bij het bespreken van relaties en seksualiteit met studenten. Om deze reden start ik de les altijd met de PICKASOLL."

    Een veilige sfeer in de klas is essentieel bij het bespreken van relaties en seksualiteit met studenten. Om deze reden start ik de les altijd met de PICKASOLL, een methodiek om een veilige sfeer te creëren. Vaak liggen veiligheidsafspraken voor de hand maar het is fijn voor zowel docenten als studenten om hier samen bij stil te staan. Daarnaast biedt het docenten de mogelijkheid om hierop terug te vallen mochten er onveilige situaties ontstaan tijdens de les. 

    - Koosje

    "Ga er niet vanuit dat studenten weten wat diversiteit in

    sekse, gender en seksuele oriëntatie is, laat ze bijvoorbeeld eerste de e-learning Diversiteit = Realiteit doen."

    Schep altijd eerst een theoretisch kader voordat je gesprekken aangaat over seksualiteit en relaties. We kunnen er niet vanuit gaan dat studenten weten waar diversiteit in sekse, gender en seksuele oriëntatie over gaat. Een manier om dit te doen is door de e-learning diversiteit = realiteit mee te geven als huiswerk of hiermee te starten in de les.  Een tip zou zijn om je als docent ook goed in te lezen door voorafgaand aan de les de onlinecursus te doen, zodat je goed voorbereid bent op vragen. We hoeven niet alles te weten maar een theoretische basis en een goede voorbereiding is essentieel om het gesprek in goede banen te leiden.  

    - Koosje

    Esther Schlatmann (docent toegepaste psychologie, HvA)

    "Om te zorgen dat de tentoonstelling écht binnenkomt, moet je studenten een concreet kader meegeven en het persoonlijk maken."

    Wat ik merk in onderwijs met jongeren, is dat een les niet te “hoog over” moet zijn. Liever concreet dan abstract, liever dichtbij dan ver weg, liever persoonlijk dan algemeen. Om te zorgen dat de tentoonstelling écht binnenkomt, helpt het dus deze goed in te kaderen. Denk aan:

    • Een zachte landing: Introduceer het thema vooraf, werk vanuit de context van de student en benoem de relevantie. Het help om zelf al te bedenken: wat wil ik dat studenten als take-home message meenemen na vandaag?
    • Zet ze eerst zelf aan het denken: prikkelende stellingen, lastige vragen of verschillende perspectieven helpen om te beseffen dat er voor zoveel situaties (nog) geen ultieme oplossing is.
    • Geef studenten een concrete opdracht mee naar de tentoonstelling. Bijvoorbeeld: lees 1 portret waarin je jezelf herkent, 1 portret dat heel ver van je af staat en 1 portret dat je intrigeert.
    • Stel ook achteraf gerichte vragen in de nabespreking. Bijvoorbeeld: Heb je jezelf op aannames of vooroordelen betrapt? Wat ga jij voortaan anders doen?

    Werken vanuit het perspectief van de studenten, blijven relateren aan hun belevingswereld en hun input écht serieus nemen: dat is het recept voor een waardevol nagesprek.   

    - Esther

    “Introduceer omgaan met diversiteit in sekse, gender en

    seksuele oriëntatie als onderdeel van professioneel handelen, dan snappen studenten het kader waarin het besproken wordt.

    Tijdens lessen over relaties en seksualiteit is het van groot belang dat studenten meekrijgen dat er een verschil is tussen persoonlijke opvattingen, mening en overtuigingen en professionele opvattingen, meningen en overtuigingen. Onthoud wel dat studenten vier jaar studeren en de tijd moeten krijgen om deze professionele houding te ontwikkelen. 

    - Koosje